Maken in stappen

Op OBS De Tweemaster en OBS De Baanbreker zijn we dit schooljaar gestart met Junior IOT in de school. De po-vo subsidie wordt ingezet voor doorlopende leerlijnen solderen, elektriciteit en 3D printen. Junior IOT leidde de docenten op die op beide scholen onze leerlingen en hun leerkrachten meenemen in deze technieken. En dat is nog niet alles. Aan het eind van het schooljaar blijven de gebruiksmaterialen zoals soldeerbouten en 3D-printers achter in de scholen. Zo worden onze technieklokalen weer een beetje meer toegerust voor eigentijds onderwijs en hebben de leerkrachten ook kunnen zien hoe je dit kan inzetten.

Niets is Fout
Om te beginnen ‘is niks fout’, volgens Marco van Schagen, de oprichter van Junior IOT. Als er niks fout is kun je dus vrij uitproberen. Dan kom je er vanzelf achter dat de pootjes van een ledje aan de ene kant van de batterij wel branden en omgekeerd niet en dat je ook het batterijtje in zijn houder kunt omdraaien met hetzelfde gevolg en oh je kunt ook veel meer ledjes op 1 batterij laten branden. Hoeveel zouden dat er zijn? Welke kleuren doen het en welke niet? Ongemerkt zijn de leerlingen bezig met allerlei onderzoeksvragen.

Veiligheid en uitproberen
In kleine stappen worden de leerlingen begeleid naar het echte werk: solderen met een echte soldeerbout van 300 graden. Ja dat is heet, drie keer heter dan kokend water. Maar als je weet wat je doet niet gevaarlijker dan het werken met een lijmpistool. Wat is je werkblad? Waarom houd je dat zo leeg mogelijk? Waar houd je je handen? Hoe werk je samen? Hoeveel soldeertin gebruik je? De stapjes zijn heel klein. Eerst heel veel stapjes over veiligheid, daarna zonder solderen uitproberen hoe je een lampje aankrijgt en dan pas alle soldeerstapjes. En voor de leerlingen beginnen nog even samen aanvoelen want hoe houdt je zo’n soldeerbout nou veilig vast?

Visuele ondersteuning
Alle stapjes staan via de website van Junior IOT ook tijdens de les uitgebreid op het Smartboard. Heel handig want alleen al door te kijken kun je snappen hoe iets in elkaar steekt. Dan wordt kijken ongemerkt analyseren. Bovendien fijn voor de leerkrachten die nog iets terug willen zoeken of voor diegenen die dit verhaal lezen en denken: ‘Hé daar wil ik meer van weten.’

Zelf uitproberen
En dan gaat het los. Direct in de eerste les is het er al: de verwondering; de concentratie; flow; de trots; elkaar helpen; nog even beter op het smartboard kijken; Kunnen er meer ledjes op?; Oh jij kan ook best een schakelaartje proberen!

Denkreeksen
En dat brengt me ook op de ‘Denkreeksen’ waar Rene Kneyber de aandacht op vestigt in zijn blog op de site van de Toetsrevolutie. Hij schrijft over een bekende uitspraak van Daniel Willingham: ‘Geheugen is wat overblijft na denkwerk’, oftewel: Leerlingen onthouden datgene waar ze over hebben nagedacht. Uiteraard willen we onze leerlingen laten nadenken en zo laten onthouden wat ze leren. Maar hoe doen we dat? We kunnen immers niet in hun koppies kijken? De aanpak van de denkreeksen is net zo eenvoudig als dat hij effectief is en komt vooral neer op 1 ding: maak de denkstappen niet te groot!
Kneyber schetst naar aanleiding van een wiskundeles dat je een voorbeeld kunt geven, de leerlingen daarop kan laten reflecteren en zo omhoog krijgt hoe ze denken en wat ze snappen. Als leerkracht kun je dan feedback geven. So far so good. Dan volgt er nog een voorbeeld. Snappen ze het echt en nu ook op een andere manier? En op dàt moment hebben we vaak de neiging om de stap naar dat tweede voorbeeld te groot te maken. Met te veel variabelen of perspectieven die anders zijn dan in voorbeeld 1. Dan zijn er teveel denkstappen te maken of zijn de stappen simpelweg te groot.

Het was alsof ik in de spiegel keek want ja dat is een fout die ik zelf na 20 jaar onderwijservaring nog steeds veel maak. Je denkt: ‘Dat kunnen ze wel,’ of ‘die stap is toch heel logisch’, en dan blijkt toch een deel van de klas af te haken. Om over het gewenste denken in hun hoofdjes maar niet te spreken. Natuurlijk stel je dan bij en komt het wel goed maar je kunt je er ook beter van bewust worden en dit meenemen in je lesvoorbereiding. Dus dank Rene Kneyber voor deze Aha-Erlebnis!

Het zelf doen
Juniot IOT heeft al zo vaak met zoveel verschillende kinderen en ander publiek in hun werkplaats en op diverse beursen ervaring met hoe hun vak van alle kanten in elkaar zit, dat ze precies die kleine stappen weten te maken. Zo is er niets fout, is er alleen maar in kleine stappen proberen, is er vooral succes, oplossen van vragen die ook op te lossen zijn en kunnen de leerlingen het al doende zelf. Weet je het niet zeker dan kijk je nog eens goed naar de afbeelding op het smartboard en help je elkaar.

Kleine denkstappen, zelf doen, genieten, en ongemerkt een heleboel leren!
Maakonderwijs is zo mooi!

‘Keizerlijke techniek’ samen met het Maris College

OBS kleine Keizer heeft in coronatijd de basis gelegd om dit jaar flink van start te gaan met techniekonderwijs in de school. Tijdens technieklessen kunnen leerlingen kwaliteiten van zichzelf ontdekken waarvan ze niet wisten dat ze die hadden. Ook die leerlingen die tijdens de reken- en taallessen nog weleens het idee van zichzelf hebben dat ze moeilijk leren. Technieklessen bieden de mogelijkheid op om een andere manier te leren en bieden bovendien een mooie praktijk voor rekenen en taal.

Maar hoe begin je met technieklessen in je school? Daar is kennis voor nodig, materiaal en gereedschappen. Door het project Techniek aan Zee kwam De Kleine Keizer in contact met het Maris College. Docenten van het vervolgonderwijs kwamen bij de basisschool de klas in om eens een techniekles te geven. Zowel leerkrachten als leerlingen bleken hierover zo enthousiast dat men tot verdere samenwerking heeft besloten. Er is een gemeenschappelijk plan geschreven over de aanpak en opzet van doorlopende leerlijnen techniek van basisschool naar vervolgonderwijs. Daarbij kunnen leerkrachten van het po en docenten van het Maris van en met elkaar leren.

Leerlingen van De Kleine Keizer krijgen nu net als leerlingen van het Maris College de gelegenheid om ook de Hotspot Techniek te bezoeken aan de visafslag in Scheveningen. In het klaslokaal van je eigen school ga je niet zo gauw aan het werk met een 3D printer of een lazersnijder. Bovendien komen leerlingen niet altijd in de gelegenheid om zich meer te verdiepen welke cultuur zich in hun eigen wijk en rond hun school afspeelt. In hun eigen omgeving is de geschiedenis en aanwezigheid van zee, wind en water altijd aanwezig. Dus veel echter dan de locatie aan de visafslag krijg je het niet!

De Kleine Keizer heeft binnen haar eigen bestuur De Haagse Scholen innovatie-gelden toegekend gekregen om met hun techniekplannen aan de slag te gaan. Ook voor de doorgaande lijn naar en de samenwerking met het Maris College zijn gelden aangevraagd en toegekend.

Er kan nu ontwikkeld en gebouwd gaan worden aan de technieklijnen en er is bovendien de mogelijkheid om over de grenzen van klaslokalen en schoolpleinen heen te kijken.

We houden u op de hoogte van wat de Leerlingen van OBS De Kleine Keizer zullen gaan leren en ervaren.

Wordt dus vervolgd…
Annemarie van Es